EPBD III vanaf 10 maart 2020
De richtlijn bevat bepalingen voor:
- Systeemeisen voor technische bouwsystemen
- Documentatie van de energieprestatie van technische bouwsystemen
- Zelfregelende apparatuur voor de temperatuur per kamer of zone
- Laadinfrastructuur voor elektrische auto’s
- Keuringen van verwarmings- en airconditioningssytemen
- Gebouwautomatiserings- en –controlesystemen
Eisen binnen deze richtlijn
In deze richtlijn worden eisen voor technische bouwsystemen opgesteld voor de volgende onderwerpen:
- Ruimteverwarming
- Ruimtekoeling
- Ventilatie
- Warm tapwater
- Ingebouwde verlichting
- Gebouwautomatiserings
De systeemeisen zijn van toepassing als:
- Er een nieuw technisch bouwsysteem wordt geïnstalleerd.
- Als bij bestaande systemen de opwekker of de ventilatie-eenheid (bijv. cv-ketel, centrale airconditioning, armwatertoestel of ventilatie-unit) of een derde van de afgiftelichamen of inbouwarmaturen wordt geïnstalleerd, vervangen of verbeterd.
Hoe worden de eisen gemeten?
De systeemeisen voor de energieprestatie worden uitgedrukt in de berekende primaire fossiele energie ten opzichte van de netto behoefte. Door het op deze manier te berekenen wordt niet alleen de efficiëntie meegenomen maar ook het gehalte hernieuwbare energie.
De energieprestatie-eisen zijn te vinden in onderstaande tabel:

Bovenop de systeemeisen voor de energieprestatie moet het technische bouwsysteem onder andere:
- Een ruimteverwarmingssysteem hebben waar de warmtecapaciteit niet groter dan nodig is om te voorzien in de warmtevraag van het gebouw.
- Zijn afgesteld op een energetisch optimale stooklijn met het behoud van comfort en is ingeregeld om optimaal te presteren.
Op het moment dat de systeemeisen van toepassing zijn moeten ze ook worden gedocumenteerd door de installateur aan de gebouweigenaar. Op hetzelfde moment is het verplicht om zelfregulerende verwarmingsapparatuur te installeren, voorbeelden van apparatuur welke aan de eisen voldoet zijn:
- Een thermostatische radiatorknop
- Een kamerthermostaat
- Een thermostaat van een ventilatorconvector
- Een gebouwautomatiserings- en controlesystemen die de temperatuur reguleren per verblijfsruimte of gebied
gebouwautomatiserings- en controlesysteem
Vanaf 1 januari 2026 moeten utiliteitsgebouwen met een verwarmings- of airconditioningssysteem met een vermogen van meer dan 290 kW voorzien zijn van een gebouwautomatiserings- en controlesysteem (GACS), deze systemen moeten:
- Het energieverbruik permanent controleren, bijhouden, analyseren en aan de hand hiervan gaan bijsturen.
- De energie-efficiëntie van een gebouw toetsen en de beheerder informeren over de verbetermogelijkheden van het gebouw.
- Kunnen communiceren met andere verbonden apparaten en technische bouwsystemen (mogelijk van andere fabrikanten) in het gebouw. Hier is ook de ‘Smart Readiness Indicator’ voor opgesteld om gebouweigenaren inzicht te geven over de voordelen van van ‘Smart-technologieën’ in de bestaande bouw. Deze voordelen zijn voornamelijk op het gebied van energie-efficiëntie en comfort(W/E adviseurs, 2019).
Hoe draagt Hero hieraan bij?
Hero zorgt altijd voor een zo efficiënt mogelijk verwarmingssysteem, dit komt door het meenemen van de actuele weerdata (inclusief zon en wind) en de specifieke energieprestatie van uw gebouw.
Ook zorgen wij dat de warmtecapaciteit van uw ruimteverwarmingssysteem niet groter dan nodig is om te voorzien in de warmtevraag van het gebouw en is afgesteld op een energetisch optimale stooklijn met het behoud van comfort.
Dit zorgt ervoor dat u altijd voldoet aan de vereiste indicatoren voor systeemrendementen!
Tevens voldoet Hero aan de verplichting om zelfregulerende verwarmingsapparatuur te installeren, met Hero wordt uw gebouw per zone zo efficiënt mogelijk verwarmt.
Hero zet zelfs de eerste stappen richting het hebben van uw eigen gebouwautomatiserings- en controlesysteem!